Groene tuinideeën
Een groene tuin is goed voor je gezondheid. Bovendien draagt een groene tuin ook bij aan een groenere buurt. Nederland heeft in totaal 3 miljard vierkante meter tuin. Daarvan is bijna de helft niet groen. Misschien denk je dat jouw tuin(tje) niet zoveel verschil maakt, maar elke vierkante meter groen erbij helpt. Kan jouw tuin nog wat groener? Lees onze tips!
Start met het wippen van je tegels
Tegels maken je tuin op warme dagen nog warmer. Ze nemen de zonnestralen op en veranderen je tuin in een hete oven. Haal dus zoveel mogelijk tegels uit je tuin en vervang ze door gras, planten of (kleine) boompjes.
Maak minstens 60 procent van je tuin groen. Wil je veel terrassen of paden in je tuin? Kies dan voor halfverharding, waterdoorlatende klinkers of een terras met brede voegen. Zo kan het regenwater toch goed de bodem intrekken. Bekijk op Milieucentraal het stappenplan om tegels te vervangen door groen.
Maak schaduw met bomen of een groene pergola
Bomen zorgen voor schaduw en koelen de omgeving sterk af. Zoek een boom die goed past bij het formaat van jouw tuin; niet te groot en niet te klein. Je kunt ook kiezen voor een boom met half open bladerdak, zodat het niet te donker wordt. Vraag advies aan een het tuincentrum.
Met een pergola zorg je voor schaduw en koelte in je tuin én het beschermt je tegen de zon. Een klimroos of druivenplant over de pergola zorgt voor extra sfeer én verkoeling. Zo’n plant geeft veel meer koelte dan bijvoorbeeld een parasol of canvas doek.
Kies voor een haag of een begroeide schutting
Je tuinafscheiding geeft privacy en veiligheid en is dus heel belangrijk. Maar een muur of een houten schutting geeft extra warmte en houdt de wind tegen. Kies liever voor een haag of een begroeide schutting. Die geven koelte, laten de wind door en bieden ook nog eens een thuis aan vogels, vlinders en andere beestjes.
Hulp tegen plagen
Nodig insecten, vogels, vleermuizen en egels uit in je tuin. Die helpen om je tuin vrij van plagen te houden. Vogels zijn bijvoorbeeld dol op slakken en lieveheersbeestjes eten graag bladluizen. Zo hoef je geen of minder bestrijdingsmiddelen te gebruiken in je tuin. Met deze tips zorg je voor voldoende hulptroepen tegen plagen in je tuin:
- Zet verschillende soorten bloeiende planten in je tuin. Zo krijg je meer bijen en vlinders, en dus ook vogels, in je tuin. Koop bij voorkeur biologische planten, want bespoten planten zijn juist niet goed voor insecten. Vind je biologische planten duur? Bekijk onze bespaartips.
- Zorg dat je geen aarde meer ziet, laat alles lekker dichtgroeien. Dat scheelt ook weer een hoop onkruid wieden.
- Plant ook dichte of stekelige struiken (met bessen). Vogels vinden er voedsel en een veilige plaats om te broeden of te rusten.
- Geef in een hoekje van je tuin wat ruimte aan brandnetels. Vlinders zetten daar vaak hun eitjes op af.
- Wees niet te netjes. Laat oude planten staan en maai je gras niet te vaak. Pas op met robotgrasmaaiers, die vormen een gevaar voor egels.
- Hang je een insectenhotel op? Zorg dan dat er ook bloemen met stuifmeel in de buurt staan.
- Hang nestkasten op voor vogels of vleermuizen.
- Egels maken graag een nestje in struiken en heggen, maar ook in composthopen, stapels brandhout of bakstenen. Mocht je de ruimte hebben, laat dan ergens wat snoeiafval liggen voor egels. Of bouw een speciaal egelhuisje. Op de website van Natuurmonumenten staat hoe je dit kunt doen.
- Maak een waterdrinkplaats voor vogels en egels. Ververs het water minimaal een keer week en maak het bakje goed schoon. Zo voorkom je muggenoverlast en de vestiging van tijgermuggen. Geef egels geen melk, daar krijgen ze diarree van!
Is jouw tuin al klimaatproof?
Kijk wat je zelf kunt doen om je tuin klimaatbestendig te maken.
Een mooie tuin zonder bestrijdingsmiddelen
Gebruik geen of anders zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen in je tuin, dat is beter voor je gezondheid en de natuur. Tips voor een natuurlijke tuin:
- Plant de juiste planten op de juiste plek en houd rekening met de grondsoort. Dan krijg je sterke planten die geen bestrijdingsmiddelen nodig hebben om te overleven. Op de website van tuincentra staat welke planten je waar kunt zetten.
- Maak je tuin aantrekkelijk voor insecten, vogels, vleermuizen en egels, die helpen om plagen te bestrijden.
- Koop bij voorkeur biologische planten. Vind je biologische planten duur? Bekijk onze bespaartips.
Geen tuin? Vergroen je balkon of dakterras!
Maak van je balkon of je dakterras een groen paradijsje:
- Plant een klimplant in een bak om een groene gevel of een groene balkonafscheiding te maken. Bekijk de klimplantengids van de gemeente Amsterdam voor inspiratie.
- Zet planten met potten neer of hang ze aan een rek voor een verticale tuin. Geef de planten regelmatig water, want planten in potten drogen snel uit. Doe dat het liefste ’s avonds. Geef planten in potten ook af en toe plantenvoeding.
- Kweek kruiden of kleine groenten in bakken op je balkon.
- Op een dakterras is misschien ruimte voor een of meer kleine bomen. Denk ook aan een schaduwdoek of pergola.
Ga je grote plantenpotten of heel veel plantenpotten op je balkon zetten? Vraag dan eerst bij een aannemer of bij je verhuurder na welk gewicht je balkon kan dragen!
Begin een moestuin
Het is helemaal hip om je eigen groenten, fruit en kruiden te verbouwen. En daar heb je helemaal niet zo veel ruimte voor nodig als je misschien denkt. Je kunt al een fijne moestuin maken op een vierkante meter of een moestuin in potten aanleggen. Begin klein, je kunt de moestuin altijd nog uitbreiden. Bekijk de tips van Natuur educatie voor het aanleggen en bijhouden van een moestuin.
Ben je van plan om een grote moestuin aan te leggen waar je (vrijwel) dagelijks uit eet? Dan is het verstandig om een bodemonderzoek uit te laten voeren, zodat je zeker weet dat je op schone grond moestuiniert. Twijfel je? Laat de resultaten dan beoordelen door de GGD. Kweek in een kleine moestuin je groenten bij voorkeur in plantenbakken met schone aarde of breng een laag schone grond aan voordat je gaat zaaien.
Was na een dagje werken in je (moes)tuin altijd goed je handen met water en zeep. En was groenten en fruit altijd af voordat je zet eet.
Maak je gevel of dak ook groen
Heb je een plat dak op je huis, schuurtje of overkapping? Dan kun hier plantjes op laten groeien. Die houden minder hitte vast dan het zwarte bitumen. Je moet hiervoor wel zeker weten of jouw dak het gewicht kan dragen. Vraag hiervoor advies aan een groene-daken-specialist.
Heb je een gevel die veel zonlicht weerkaatst in je tuin? Overweeg dan om hier klimop of een andere klimplant tegenaan te laten groeien voor extra koelte.
3 Bespaartips voor een groene tuin
Tip 1: Check de subsidiewijzer
Controleer of er in jouw gemeente subsidies zijn voor het vergroenen van je tuin. Bijvoorbeeld voor het vervangen van tegels, het aanschaffen van een regenton of het aanleggen van een groen dak. Check het via De Groene Subsidiewijzer.
Tip 2: Vermeerder plantjes door scheuren
Als je nieuwe plantjes koopt bij het tuincentrum kunnen de kosten behoorlijk oplopen. Maar wist je dat de meeste planten kunt vermeerderen door ze te scheuren? Dat is goed voor de plant en levert je gelijk 3 of 4 nieuwe plantjes op. Het gaat als volgt:
- Graaf de plant (het liefst in het voor – of najaar) met wortel en al op.
- Scheur de plant en de wortel in 3 of 4 gelijke delen. Zorg dat elk deel zowel blaadjes als wortels heeft.
- Doop de gescheurde plantjes even onder in een emmer water zodat de wortels goed nat zijn. Plant ze daarna terug in je tuin. Of ruil met je buren om meer verschillende soorten in je tuin te krijgen.
- Geef de gescheurde plantjes in het begin wat extra water om het ze wat makkelijker te maken.
Bijna alle vaste planten die niet verhouten kun je scheuren, bijvoorbeeld geraniums, akelei, crocosmia, ridderspoor, zonnehoed, salie en vrouwenmantel.
Tip 3: Vang regenwater op
Door regenwater op te vangen, zorg je ervoor dat je tijdens een droge periode je tuin mooi groen kunt houden zónder veel kraanwater te gebruiken. Je kunt het regenwater opvangen in een regenton of onder de grond in infiltratiekratten. Door je regenpijp af te koppelen stroomt het regenwater niet meer direct het riool in, maar wordt het water opgevangen in de tuin. Zo kan het riool beter omgaan met veel neerslag én wordt het regenwater niet onnodig gezuiverd.