Bestrijdingsmiddelen

Wat zijn bestrijdingsmiddelen?

Bestrijdingsmiddelen zijn middelen die we gebruiken om onkruid en ongedierte tegen te gaan. Op kleine schaal, in of om het huis. Maar ook op grote schaal, op akkers, bollenvelden en in boomgaarden. We noemen deze middelen ook wel gewasbeschermingsmiddelen. Ze beschermen de gewassen tegen schade van buitenaf. Er zijn veel verschillende soorten, waar verschillende stoffen in zitten.

Een vervelende eigenschap van veel bestrijdingsmiddelen is dat ze niet of nauwelijks afbreken. Slecht afbreekbare stoffen hopen zich op in de natuur en in planten, dieren en mensen. Andere slecht afbreekbare stoffen zijn bijvoorbeeld microplastics en PFAS.

Wat zijn de gezondheidsrisico’s?

In bestrijdingsmiddelen zitten stoffen die schadelijk kunnen zijn voor mensen. Of een stof ook echt slecht is voor de gezondheid hangt af van:

  • hoe schadelijk de stof precies is;
  • en of je met de stof in aanraking komt. Je kunt alleen ziek worden van een stof als je hem binnenkrijgt.

Deze middelen moeten aan strenge eisen voldoen. Pas daarna mag het middel worden verkocht en gebruikt. Maar het is nooit helemaal zeker dat het middel geen risico is voor de gezondheid. Hieronder vatten we kort samen wat we uit buitenlands en uit Nederlands onderzoek weten over de gezondheidsrisico’s.

Buitenlands onderzoek laat zien dat bestrijdingsmiddelen een risico voor de gezondheid kunnen zijn. Die onderzoeken keken vooral naar mensen die door hun beroep veel in aanraking komen met bestrijdingsmiddelen. Sommige onderzoeken keken naar de effecten bij zwangere vrouwen. De onderzoeken laten zien:

  • dat er een verband is tussen blootstelling aan bestrijdingsmiddelen tijdens het werk en de ziekte van Parkinson;
  • en dat er een verband is tussen blootstelling van zwangere vrouwen aan bestrijdingsmiddelen en ontwikkelingsproblemen bij het kindje. Het gaat dan bijvoorbeeld om de verstandelijke of sociale-emotionele ontwikkeling.

De onderzoeken bewijzen niet dat bestrijdingsmiddelen de oorzaak zijn. Maar er is wel reden voor zorg en verder onderzoek. Er zijn nog veel vragen. Zo is het niet duidelijk wélke (combinaties van) stoffen precies verantwoordelijk zijn. Ook weten we niet of de effecten er ook zijn als je minder lang of vaak in aanraking komt met de bestrijdingsmiddelen. De deelnemers aan de onderzoeken kregen door hun beroep veel bestrijdingsmiddelen binnen. Mensen die niet met deze stoffen werken, krijgen er veel minder van binnen.

In Nederland is minder onderzoek gedaan. De Nederlandse onderzoeken die we hebben, laten de risico’s die uit buitenlandse onderzoeken komen niet zien. Maar ze nemen de ongerustheid ook niet weg. Sommige Nederlandse onderzoeken vinden namelijk wel aanwijzingen die aansluiten bij de buitenlandse bevindingen. Er is nog veel onduidelijk het effect van bestrijdingsmiddelen op onze gezondheid. Daarom is er meer onderzoek nodig.

De uitkomsten uit de buitenlandse onderzoeken kunnen we niet zomaar vertalen naar Nederland. We gebruiken hier bijvoorbeeld deels andere bestrijdingsmiddelen. Ook gebruiken we soms andere technieken om bestrijdingsmiddelen over de velden te spuiten. De risico’s die we in die onderzoeken zien, spelen daarom mogelijk hier niet.

We kunnen de uitkomsten uit de onderzoeken ook niet zomaar vertalen naar nú. Die onderzoeken gaan over blootstellingen in het verleden. De bestrijdingsmiddelen van toen zijn deels niet meer op de markt. De risico’s die we in sommige onderzoeken zien, zijn er dus mogelijk niet bij bestrijdingsmiddelen die we nu gebruiken.

Voorzorg

De Gezondheidsraad adviseert om er voor de zekerheid vanuit te gaan dat gewasbeschermingsmiddelen een risico voor de gezondheid zijn. Ook al is nog niet duidelijk hoe groot dat risico in Nederland precies is. De Gezondheidsraad adviseerde de Nederlandse overheid het volgende:

Zorg dat telers zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen gebruiken. Is het echt nodig? Dan moet de teler kiezen voor het minst schadelijke middel. De overheid moet er streng op letten dat telers veilig werken.

Houd in de gaten hoeveel bestrijdingsmiddelen telers en omwonenden binnenkrijgen. Bijvoorbeeld door met steekproeven regelmatig de urine te onderzoeken.

Zorg voor een strengere toelatingsprocedure: kijk extra goed welke bestrijdingsmiddelen we wel en niet toestaan. Beoordeel de stoffen niet los van elkaar, maar houd er rekening mee dat mensen verschillende stoffen binnenkrijgen. En dat die combinatie van stoffen schadelijk(er) kan zijn.

Blijf goede, langlopende onderzoeken doen naar de effecten van bestrijdingsmiddelen op de gezondheid.

Het RIVM beveelt daarnaast aan om bij de toelating van nieuwe middelen te onderzoeken of ze effecten hebben op het zenuwstelsel. Nu is deze informatie er niet als wordt onderzocht of het middel mag worden verkocht en gebruikt.

Blootstelling aan bestrijdingsmiddelen

Je kunt op verschillende manieren in aanraking komen met bestrijdingsmiddelen. Bijvoorbeeld:

  • als je zelf middelen gebruikt in of om het huis.
  • als je groenten of fruit eet waar restjes op zitten.
  • als je in de buurt woont van akkers waar de teler bestrijdingsmiddelen gebruikt. Of als je zelf teler bent.

Bestrijdingsmiddelen in en om het huis

Als je bestrijdingsmiddelen in je huis of tuin gebruikt dan kun je ze per ongeluk binnenkrijgen. Bijvoorbeeld als je het middel inademt of als je het binnenkrijgt/inslikt. Je kunt dan last krijgen van misselijkheid en braken, hoofdpijn of geïrriteerde luchtwegen. Met de volgende tips voorkom je klachten:

  • Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing op de verpakking goed door. Volg de adviezen op het etiket goed op.
  • Gebruik je het middel binnen? Zet ramen en deuren naar buiten open, dan waaien de stof naar buiten en adem je minder schadelijke stoffen in.
  • Houd de middelen weg bij kinderen.
  • Heb je klachten nadat je een bestrijdingsmiddel gebruikt? Ga zo snel mogelijk naar je huisarts of de spoedeisende hulp. Neem de verpakking met het etiket van het gebruikte bestrijdingsmiddel mee.

Vaak is het helemaal niet nodig om gif te gebruiken. Veel plagen zijn ook op een milieuvriendelijke manier te bestrijden of, nog beter, te voorkomen. Kijk voor tips op Milieucentraal.

Bestrijdingsmiddelen op groenten en fruit

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert of er te veel resten van middelen op groenten en fruit zitten. Voor ieder bestrijdingsmiddel staat in de wet hoeveel ervan nog op groente en fruit mag zitten. Jaarlijks doet de NVWA duizenden testen met producten. Gelukkig voldoen bijna alle producten (ongeveer 98%) aan de normen.

Groenten en fruit zijn heel gezond. Het is dus niet verstandig om minder groenten en fruit te gaan eten om de bestrijdingsmiddelen. Wil je zorgen dat je zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen binnenkrijgt? Kies dan voor biologische producten. Daar zitten weinig of geen bestrijdingsmiddelen op.

Blootstelling aan bestrijdingsmiddelen van bollenvelden, akkers en boomgaarden

Bollentelers gebruiken bestrijdingsmiddelen om hun bollen te beschermen tegen ziektes en plagen. Het onderzoek Bestrijdingsmiddelen en omwonenden bekeek of mensen die dichtbij bollenvelden wonen in aanraking komen met bestrijdingsmiddelen.

Uit het onderzoek blijkt dat de telers en bewoners rond bollenvelden méér bestrijdingsmiddelen binnenkrijgen dan andere mensen. De hoeveelheid die zij binnenkrijgen ligt wel onder de risicogrenzen. Dat betekent dat je niet verwacht dat die hoeveelheid effect heeft op de gezondheid. Het is nog niet duidelijk wat het risico van alle bestrijdingsmiddelen samen is. En wat dat precies betekent voor de gezondheid van de omwonenden.

Woon je dichtbij een akker, boomgaard of bollenveld?

In Nederland hebben we naast bollenvelden ook veel akkers en boomgaarden. We weten niet zeker of de bewoners rond die velden ook meer bestrijdingsmiddelen binnenkrijgen, omdat het onderzoek alleen naar de bewoners om bollenvelden heeft gekeken. Maar we verwachten dat ook de mensen rond akkers en boomgaarden meer bestrijdingsmiddelen binnenkrijgen. Woon je dichtbij een akker, boomgaard of bollenveld? Voor de zekerheid kun je de volgende tips volgen:

Eet je groenten of fruit uit eigen tuin? Was de groente en het fruit dan extra goed voor je ze eet.

Is de boer bezig met bespuiten of heeft hij dat net gedaan? Sluit je ramen en blijf binnen. Houd ook je huisdieren binnen. Hang de was niet buiten te drogen als er wordt gespoten.

Doe je schoenen uit voordat je binnenkomt. Zo voorkom je dat je bestrijdingsmiddelen mee naar binnen neemt.

Maak je je zorgen? Ga het gesprek aan met de teler en probeer samen te zoeken naar oplossingen. Je kunt bijvoorbeeld afspreken dat de teler het laat weten als hij de velden gaat bespuiten. Als het gesprek met de teler moeilijk gaat, kunnen de land- en tuinbouworganisatie LTO en de KAVB (de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur) hier soms bij helpen.

Heb je vragen of klachten over het toezicht of het gebruik van bestrijdingsmiddelen in je omgeving? Neem dan contact op met de NVWA. De NVWA gaat na of de teler de regels volgt. Je kunt je klacht ook melden bij brancheorganisaties als LTO en KAVB .

Minder bestrijdingsmiddelen: goed voor onszelf en de natuur

Het is beter dat we zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen gebruiken én binnenkrijgen. De adviezen van de Gezondheidsraad gaan daarover. Maar er zijn ook dingen die we zelf kunnen doen. Zo beschermen we onszelf en de natuur.

Koop biologisch

Door biologisch te kopen, moedig je boeren en telers aan om geen gif te gebruiken. Zo verminderen we met zijn allen het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Biologische producten herken je aan het eko-keurmerk.

Onkruid en beestjes in de tuin?

Bijna 42% van de mensen gebruikt weleens bestrijdingsmiddelen. Op zich logisch, want van onkruid of een vervelende plaag wil je snel af. Maar je kunt ook op een gezonde, milieuvriendelijke manier van ongewenste gasten af te komen.

Veelgestelde vragen over bestrijdingsmiddelen

Groenten en fruit zijn heel gezond. Bovendien zijn er strenge regels voor de hoeveelheid bestrijdingsmiddelen die op voedsel mag zitten. Voor producten voor baby’s, jonge kinderen en voor zieke mensen zijn extra strenge regels. Je moet dus niet minder groenten en fruit gaan eten om minder bestrijdingsmiddelen binnen te krijgen. Wil je zorgen dat je zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen via groente en fruit binnenkrijgt? Misschien kun je dan om voor biologische kiezen, ook wanneer je bijvoorbeeld zelf babyhapjes maakt. Op biologische producten zitten weinig of geen bestrijdingsmiddelen.

Nee, dat is niet nodig. De risico’s van de resten van bestrijdingsmiddelen die op fruit zitten zijn heel klein, als ze er al op zijn. Bovendien kun je niet alle bestrijdingsmiddelen verwijderen door fruit, zoals appels, peren en kiwi’s te schillen. Dat komt omdat sommige middelen door de schil heen trekken.

Kijk op de website beterbestrijden.nl van Milieucentraal. Daar vind je tips en adviezen om de plaag op een gezonde, milieuvriendelijke manier te bestrijden, zonder hulp van een bestrijdingsmiddel. Lukt dat niet? Dan vind je er ook adviezen over het gebruik van bestrijdingsmiddelen.

Uit onderzoek blijkt dat een haag of schutting de luchtstroom vanaf een bollenveld kan veranderen. Maar het is niet duidelijk of een haag of schutting de bestrijdingsmiddelen ook echt tegenhoudt.

We weten niet wat precies een veilige afstand is. We weten wel dat mensen dichtbij velden meer in aanraking komen met bestrijdingsmiddelen dan mensen die verder weg wonen. Maar we weten nog niet wat dat voor de gezondheid van die mensen betekent.

Je kunt dat melden bij NVWA. De NVWA controleert of de ondernemers zich aan de regels van de Wet Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden houdt. De kans dat de teler door de melding ook echt betrapt wordt, is in de praktijk erg klein: er zijn maar een paar inspecteurs in het land. Je kunt ook in gesprek gaan met de teler en samen tot een oplossing proberen te komen. Als het gesprek met de teler moeilijk gaat kunnen de brancheverenigingen LTO en de KAVB hier soms bij helpen.

Als de teler aan het spuiten is, blaast de wind soms een deel van de spuitnevel weg van het terrein. Als je daardoorheen fiets, adem je mogelijk een beetje bestrijdingsmiddel in. Omdat dat maar kort duurt, gaan we ervanuit dat dat niet erg is. Als in de nevel veel bestrijdingsmiddel zit, kun je klachten krijgen, zoals misselijkheid of irritaties van huid, slijmvliezen of luchtwegen. Die klachten gaan weer weg als je frisse lucht inademt. Blijven de klachten of maak je je zorgen? Neem dan contact op met je huisarts.

Open je ramen en deuren zo veel mogelijk tot de stank weg is. Blijf daarna ook nog een dag goed ventileren.

Glyfosaat is een stof die in onkruidbestrijdingsmiddelen zit. Er is veel discussie over de vraag of glyfosaat wel veilig is. Bijvoorbeeld of het kankerverwekkend is of niet. Internationale organisaties hebben verschillende meningen. Dit komt omdat ze andere informatie gebruiken bij hun beoordeling óf uit dezelfde informatie andere conclusies trekken. De Europese organisaties vinden dat glyfosaat niet kankerverwekkend is.

Sinds begin 2023 mag je in Nederland geen glyfosaat meer gebruiken en mogen winkels het ook niet meer aan je verkopen. In de landbouw wordt het nog wel gebruikt.

Wat is er bekend over de gezondheidsrisico’s in de buurt van veebedrijven?
Informatie over veebedrijven
PFAS zijn veel in het nieuws. Waarom zijn deze stoffen een probleem?
Informatie over PFAS