Kinderopvang op de boerderij
Sommige veebedrijven of boerderijen bieden agrarische kinderopvang aan. Op een boerderij kunnen kinderen vaak lekker buiten spelen. Maar kinderopvang op een boerderij heeft ook risico’s. Daarom adviseert de GGD om voorzichtig te zijn met kinderopvang op, of in de buurt van, een boerderij. De voor- en nadelen verschillen per boerderij, elke situatie is weer anders. Op deze pagina lees je hier meer over.
Voordelen van agrarische kinderopvang
Hieronder geven we enkele voorbeelden van de positieve kant van kinderopvang op de boerderij.
Veel buiten spelen en contact met dieren
Een boerderij is een leuke plek voor kinderen om buiten te spelen en in contact te komen met dieren. Buitenspelen is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen en kan helpen om overgewicht te voorkomen. Veel kinderen houden van dieren en door met dieren om te gaan krijgen ze mogelijk meer zelfvertrouwen. Maar het is niet met onderzoek aangetoond dat kinderen die naar een kinderopvang op een boerderij gaan minder overgewicht en meer zelfvertrouwen hebben dan andere kinderen.
Mogelijk minder astma en allergieën
Sommige onderzoeken laten zien dat kinderen die vanaf hun geboorte opgroeien op een kleine boerderij, minder vaak last hebben van astma en allergieën dan kinderen die opgroeien in een stad. Het is niet bekend of dat ook geldt voor kinderen die een paar dagen per week naar een kinderopvang op de boerderij gaan. En we weten ook niet hoe het komt dat deze kinderen minder astma en allergieën hebben.
Het zou kunnen dat het drinken van rauwe koemelk of het inademen van boerderijstof een soort bescherming geeft. Boerderijstof is het stof dat ronddwarrelt in de stallen van kleine boerderijen, met zo’n tien tot vijftien koeien. Het gaat dan niet om het stof van grote veebedrijven zoals pluimvee- of varkensboerderijen, waar veel dieren dicht op elkaar staan. Dat stof is ongezond en vergroot juist de kans op longziekten.
Nadelen van agrarische kinderopvang
Hieronder vind je enkele voorbeelden van de negatieve kant aan kinderopvang op de boerderij.
Meer blootstelling aan luchtvervuiling
Overal in Nederland is luchtvervuiling. Maar op sommige plekken is dat erger dan op andere plekken, bijvoorbeeld dichtbij veestallen of drukke wegen.
Eén van de onderdelen van luchtvervuiling is fijnstof. Dit zijn hele kleine deeltjes in de lucht, die je kunt inademen. De grootte van de deeltjes bepaalt waar ze in de longen terechtkomen. Hoe kleiner de stofdeeltjes, hoe dieper ze in de longen terechtkomen en hoe schadelijker ze zijn. Als je (veel) fijnstof inademt, kun je klachten krijgen zoals hoesten en kortademigheid. Mensen met astma hebben hier meer last van.
Pluimveebedrijven en varkensboerderijen stoten veel fijnstof uit. In fijnstof van veebedrijven zitten endotoxinen. Dat zijn kleine stukjes van bepaalde bacteriën. Het zijn dode deeltjes, die geen infecties kunnen veroorzaken. Je kunt er wel luchtwegklachten van krijgen. Pluimveebedrijven en varkensbedrijven gebruiken vaak luchtwassers om een deel van het fijnstof (en de geur) uit de lucht te halen. Ondanks dat blijft de luchtvervuiling bij deze boerderijen een gezondheidsrisico.
Kinderen zijn gevoeliger voor fijnstof dan volwassen. Dat komt omdat ze:
- veel lucht inademen in verhouding tot hun lichaamsgewicht;
- kwetsbare luchtwegen en longblaasjes hebben;
- meer bewegen in de buitenlucht;
- vaker astma en luchtweginfecties hebben.
Blootstelling aan geuren
Op boerderijen ruik je verschillende geuren, bijvoorbeeld van dieren, mest en urine. Sommige mensen vinden die geuren vervelend, anderen niet. Dat is voor iedereen verschillend. Lees meer over geurhinder.
Grotere kans op longontsteking bij geitenbedrijven
Mensen die binnen twee kilometer van een geitenbedrijf wonen, hebben een grotere kans op een longontsteking. Waardoor dat komt, is nog niet duidelijk. Hoe dichter bij een geitenbedrijf je woont, hoe groter het risico is. Het risico is het grootst binnen 500 meter van de stal.
We weten niet of dit risico er ook is als je niet in de buurt van een geitenbedrijf woont, maar er wel veel in de buurt bent, zoals op een agrarische kinderopvang. Maar we weten wel dat bij baby’s en jonge kinderen een longontsteking ernstig kan zijn. Daarom raden we het af om baby’s en jonge kinderen naar een opvang te brengen op of in de buurt van een geitenbedrijf.
Mogelijk een grotere kans op longontsteking bij pluimveebedrijven
Voor mensen die bij pluimveebedrijven wonen zijn de risico’s minder duidelijk. Uit onderzoek bleek eerst dat ook in de buurt van pluimveebedrijven vaker longontstekingen voorkomt. Maar in latere onderzoeken bleek dit niet altijd het geval te zijn. In het meest recente onderzoek komt wel weer vaker longontsteking voor binnen 500 meter van pluimveebedrijven.
Net als bij geitenbedrijven gaan de onderzoeken over mensen die in de buurt van het bedrijf wonen. We weten niet of het ook (mogelijk) een risico is als je in de buurt van het bedrijf naar de kinderopvang gaat.
Meer kans op ziektes van dieren
Dieren kunnen ziektes bij zich dragen. Een ziekte die van dieren op mensen kan overgaan noemen we een zoönose. Hieronder noemen we een paar voorbeelden die kunnen voorkomen op een boerderij:
- q-koorts: kun je krijgen via de lucht en geeft klachten die lijken op griep. Kinderboerderijen, zorgboerderijen, boerencampings en alle bedrijven met meer dan 50 schapen of geiten vaccineren hun dieren tegen Q-koorts. Dat is verplicht.
- salmonella en E-coli: kun je krijgen door het eten van besmet voedsel en door contact met mest, bijvoorbeeld bij spelen in een stal. Van salmonella en E-coli krijg je maag- en darmklachten.
- ringworm: kun je krijgen door contact met dieren en via de omgeving. Veroorzaakt schimmelplekken op je huid.
- tetanusbacterie: kun je krijgen via wondjes of een beet van een dier. Het is belangrijk dat je kind gevaccineerd is tegen tetanus. Dat kan via het Rijksvaccinatieprogramma van de GGD. Is je kind nog niet gevaccineerd? Neem contact op met jouw GGD.
Kinderen hebben een grotere kans een zoönose te krijgen dan volwassenen. Ze zijn vatbaarder en ze spelen met de dieren en bijvoorbeeld ook met zand en aarde. Je kunt die kans verkleinen met bepaalde regels: kinderen moeten bijvoorbeeld hun handen wassen na het buiten spelen. Ook op een ‘gewoon’ kinderdagverblijf is dat belangrijk, vooral als er dieren zijn. De eigenaar van de kinderdagverblijf kent deze regels.
Gevoelige luchtwegen
Heeft jouw kind gevoelige luchtwegen of heb je zelf luchtwegproblemen, zoals astma of COPD? Dan adviseren wij je om jouw kind niet naar een agrarische kinderdagopvang te brengen. Je hebt dan kans dat de klachten erger worden. Gaat je kind al naar een agrarische opvang? Houd de gezondheid van je kind dan goed in de gaten, zeker de eerste tijd op de opvang.
Meer weten over veebedrijven en gezondheid?
In Nederland hebben we veel (grote) veebedrijven. Wat betekenen die bedrijven voor onze gezondheid?
Voordat je kind naar een boerderijopvang gaat
Overweeg je om je kind naar een kinderopvang op een boerderij te brengen? Bespreek onderstaande punten vooraf met de eigenaar. Dan kun je een bewuste keuze maken en begint jouw kind goed voorbereid aan het verblijf op de boerderij. Wil je meer weten over de kinderopvang of checken of het een geregistreerde kinderopvang is? De inspectierapporten van geregistreerde kinderopvang vind je in het landelijk register kinderopvang.
- Heeft de opvang beschreven hoe zij omgaan met veiligheid en gezondheid in een protocol ‘Beleid veiligheid en gezondheid’? Als je wilt, mag je dat inzien.
- Heeft de opvang een overall en schoenen/laarzen voor de kinderen? Zo niet, zorg hier dan zelf voor.
- Zijn er wastafels waar de kinderen hun handen kunnen wassen met zeep als ze buiten of met de dieren hebben gespeeld?
- Eten de kinderen in een ruimte apart van de dieren?
- Zijn er altijd medewerkers aanwezig als de kinderen bij dieren komen?
- Heeft de opvang duidelijke afspraken over schoonmaak en hygiëne (een ‘hygiëneprotocol’)?
- Is er een afgesloten kast voor medicijnen en chemische stoffen?
- Is er een afscheiding tussen de speelplaats van de kinderen en de plek waar vrachtwagens en tractors komen?
- Is er gezorgd dat de kinderen niet bij de mestopslag kunnen komen?
- Zijn er extra maatregelen als mestputdeksels open zijn?
Is de opvang in het bezit van een keurmerk (zoals het GD zoönosekeurmerk)? Zo’n keurmerk laat zien dat de eigenaar maatregelen heeft genomen op het gebied van veiligheid en hygiëne.
Vaccinaties
Gaat jouw kind naar een kinderopvang op een boerderij? Zorg dan dat je kind gevaccineerd is volgens het Rijksvaccinatieprogramma. Is je kind nog niet gevaccineerd of weet je het niet zeker? Neem contact op met je GGD.