Kwik in huis
In oude thermometers, bloeddrukmeters en barometers kan kwik zitten. Als je zo’n voorwerp kapot laat vallen, rollen en stuiteren de bolletjes kwik naar alle kanten. Soms meters ver weg. Die bolletjes zijn zo klein dat je ze moeilijk kunt opruimen. Blijven er bolletjes liggen? Dan verdampen ze langzaam tot kwikdamp. En daar kun je ziek van worden.
Wat zijn de gezondheidsrisico’s?
Als je lange tijd een beetje kwikdamp inademt, is dat slecht voor je zenuwen en nieren. Je kunt dan bijvoorbeeld deze klachten krijgen:
- spiersamentrekkingen; beven of trillen
- prikkelbaarheid
- slechte concentratie en moeite om dingen te onthouden
- rode verkleuring en schilfering van de huid in het gezicht of van handen en voeten
- jeuk of pijn aan vingers en tenen
- ontstoken tandvlees
Sommige van de klachten komen ook voor bij andere ziektes. Daardoor denken mensen zelf, en ook dokters, bij deze klachten vaak niet meteen aan een kwikvergiftiging.
In welke voorwerpen zit kwik?
Vroeger werd kwik gebruikt in bijvoorbeeld thermometers en barometers. Omdat het erg giftig is, mogen de meeste producten met vloeibaar kwik nu niet meer worden gemaakt. Maar veel mensen hebben nog een oude barometer of thermometer in huis. Als zo’n apparaat breekt of valt, komt het kwik vrij. De meeste ongelukken met kwik gebeuren met:
- oude kwikthermometers
- oude barometers en bloeddrukmeters
- spaarlampen en TL-lampen
Kwikthermometers
Oude kwikthermometers zijn van glas en hebben een lichtgrijze vloeistofkolom/afleesstreep. Een thermometer met een rode of blauwe kolom bevat géén kwik.
Barometers
Veel mensen hebben nog een antieke barometer in huis. Het is vaak een erfstuk en er zijn ook mensen die ze verzamelen. In oude barometers zit bijna een liter kwik. Die hoeveelheid kwik is lastig op te ruimen. Als een barometer van de muur valt of gaat lekken, zorgt dat voor grote problemen.
Spaarlampen en TL-Lampen
In TL-lampen en spaarlampen zit een heel klein beetje kwik. Daarom zijn er bij breuk geen kwikdruppels te zien. Bij het opruimen moet je er echter wel van uitgaan dat de resten van de lamp ‘besmet’ zijn. Je moet het glas en het poeder dus altijd voorzichtig opruimen. Hoe je dat doet lees je op de pagina Wat kun je zelf doen?
Let op: een spaarlamp is niet hetzelfde als een ledlamp. In ledlampen zit geen kwik. Ze zien er soms aan de buitenkant vrijwel hetzelfde uit. Wil je weten of je een spaarlamp of een ledlamp hebt? Een spaarlamp bestaat eigenlijk uit een opgevouwen TL-buisje. Als je de lamp tegen het licht houdt, zie je de ‘TL-buisjes’ in de lamp zitten. Een ledlamp heeft dat niet.
Op de pagina Wat kun je zelf doen lees je hoe je problemen voorkomt.