Hoe voorkom je rattenoverlast?
Het is het beste om te voorkómen dat je last krijgt van ratten. Ze voelen zich goed op plaatsen waar voedsel, water en beschutting is. Met een paar simpele maatregelen maak je jouw huis en tuin een minder prettige plek voor ratten:
- Zorg voor een opgeruimde en schone omgeving in en rond je huis. Laat rommel niet lang liggen. Dat biedt materiaal en beschutting om een nest te maken.
- Bewaar voedsel en voer in goed afgesloten bakken, ook in de schuur of garage.
- Bewaar afval in goed afsluitbare bakken totdat de vuilnisdienst het ophaalt. Zet vuilniszakken nooit naast de container, doe ze er altijd direct ín.
- Zorg dat een rat niet kan binnenkomen via openingen in buitenmuren of deuren. Maak gaten die groter zijn dan een halve centimeter dicht met stevig materiaal, zoals staalwol. Zorg wel voor voldoende ventilatie. Plaats voor ventilatieopeningen een rooster.
- Zorg dat er geen gaten in het riool zitten. Laat gaten of lekken repareren.
- Snoei struiken die tegen gevels aanstaan, vooral aan de onderkant.
- Ruim fruit dat van de bomen valt op.
- Wil je in de winter de vogels voeren? Geef ze niet te veel, zodat ze het per keer op kunnen eten. Meer informatie vind je op de website van de Vogelbescherming.
Ratten bestrijden
Het is verboden om ratten met gif te doden. Klemmen of vangkooien mag je wel gebruiken. Maar ratten zijn slim en wantrouwig en daarom werken deze middelen niet altijd. Ga je een klem plaatsen? Zorg dat de klem niet naar mens ruikt. Draag handschoenen als je de klem aanraakt. Een paar tips voor het plaatsen van een klem:
- Plaats de klem op één van de looppaden van de rat, maar zorg dat de val onbereikbaar is voor andere dieren of kinderen. Het beste zet je de val in een speciaal hiervoor bestemde rattenkist. Zet een losse klem goed vast, anders gaat de rat er misschien met de klem vandoor.
- Laat de rat eerst wennen aan de plek waar je val wil plaatsen, door er alleen voer neer te leggen. Het kan een paar dagen duren voordat de ratten hier van eten. Je kunt ze lokken met bijvoorbeeld pindakaas of tijgernootjes. Eten ze van het voer? Dan kun je de val neerzetten.
- Gevangen ratten kun je in de afvalcontainer doen. Ruim ook de keutels op. Zo voorkom je dat iemand ze aanraakt en zie je het ook sneller als er nog levende ratten zijn. Doe altijd handschoenen aan voordat je de rat of de keutels aanraakt.
- Ratten leggen voedselvoorraden aan. Het kan dus zijn dat je een poosje geen rat ziet, maar dat er na een tijdje toch weer ineens één is.
Let op: het heeft geen zin om ratten te bestrijden als je geen maatregelen neemt om de komst van nieuwe beesten tegen te gaan. Volg dus ook altijd de tips om rattenoverlast te voorkomen!
Wil je meer weten over wat je zelf kunt doen om ratten te weren en te bestrijden? Kijk dan op de website van Milieucentraal.
Een rattenplaag
Heb je veel last van ratten? Zoek samen met je buren naar een oplossing en vraag de gemeente om hulp om de rattenplaag aan te pakken. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) helpt je om te herkennen om wat voor soort rat het gaat en geeft bestrijdingstips. Advies van het KAD is gratis voor inwoners van deze gemeenten. De GGD bestrijdt zelf geen ongedierte.
Bij een plaag kun je het beste een professionele ongediertebestrijder om hulp vragen. Kijk op de website van de Nederlandse Vereniging Plaagdiermanagement Bedrijven of van het Platform Plaagdierbeheersing voor een bij hun aangesloten bestrijder. Die bedrijven zijn gecertificeerd en kunnen de ratten veilig bestrijden. Je kunt hier ook terecht met vragen over ander ongedierte, zoals bedwantsen, muizen, kakkerlakken, mieren, zilvervisjes, papiervisjes en wespen en duiven en meeuwen.
Waar leven ratten?
Ratten zijn schuwe dieren en ze zijn meestal ’s nachts actief. Soms kun je ze ook overdag zien. Ze houden van vochtige plekjes. Riolen vormen dan ook de perfecte omgeving. Vanuit dit ondergrondse netwerk trekken ze eropuit. Op zoek naar eten: in huizen en restaurants, op stortplaatsen, maar ook in schuren, velden en langs sloten. Ze zijn alleseters, die kunnen leven van etensresten en afval.
Ratten of muizen?
Aan de uitwerpselen kun je zien of je last hebt van muizen of van ratten. Vind je spitse losse keutels van kleiner dan een halve centimeter? Dan heb je last van muizen. Rattenkeutels zitten vaak in hoopjes aan elkaar geplakt en zijn groter, tot 2 centimeter lang. Op plekken waar ze veel lopen, laten ze een vettige laag achter die buiksmeer wordt genoemd.
Twijfel je of het om ratten of om muizen gaat? Neem dan contact op met het KAD. Het KAD kan je helpen om te bepalen om welk dier het gaat en geeft ook bestrijdingstips. Dat is belangrijk, want sommige dieren zijn lastig te bestrijden. Bijvoorbeeld de zwarte rat. Je hebt dan echt deskundig advies nodig. Aan advies van het KAD zijn kosten verbonden, maar voor inwoners van deze gemeenten is het gratis.
Wil je meer weten over de gezondheidsrisico’s? Kijk dan op de pagina Ratten en gezondheid.