Ratten

Ratten komen bijna overal ter wereld voor. Het is belangrijk om te voorkomen dat ratten in de woonomgeving een plaag worden. Zie je regelmatig ratten rond je huis? Kom dan snel in actie, want ze planten zich heel snel voort. Bovendien kunnen ze ziektes overdragen op mensen, vee of huisdieren. In Nederland kunnen ratten de ziekte van Weil (leptospirose) overdragen.

Ratten bestrijden

Het is verboden om ratten met gif te doden. Dat geldt voor buiten én binnen. Sommige klemmen of vangkooien mag je wel gebruiken. Maar ratten zijn slim en wantrouwig en daarom werken deze middelen niet altijd. Bovendien is er een kans dat je de klem of val verkeerd neerzet en dat de rat daardoor onnodig lijdt.

Als je rattenoverlast hebt, is het het beste om een professionele ongediertebestrijder om hulp te vragen. Als je een rattenplaag hebt, is hulp van een professionele bestrijder sowieso noodzakelijk. Kijk op de website van de Nederlandse Vereniging Plaagdiermanagement Bedrijven of van het Platform Plaagdierbeheersing voor een bij hun aangesloten bestrijder. Die bedrijven zijn er speciaal voor en kunnen de ratten veilig bestrijden.

Een professionele bestrijder geeft je ook altijd advies over hoe je nieuwe overlast kunt voorkomen. Dat is belangrijk, want zonder die maatregelen heeft bestrijden eigenlijk geen zin. Je hebt dan snel opnieuw overlast.

Ratten leven van afval

Hoe voorkom je rattenoverlast?

Het is het beste om te voorkómen dat je last krijgt van ratten. Ze voelen zich goed op plaatsen waar voedsel, water en beschutting is. Met een paar simpele maatregelen maak je jouw huis en tuin een minder prettige plek voor ratten:

Zorg dat een rat niet kan binnenkomen via openingen in buitenmuren of deuren. Maak gaten die groter zijn dan een halve centimeter dicht met stevig materiaal, zoals staalwol. Zorg wel voor genoeg ventilatie. Plaats een rooster voor ventilatieopeningen. Zorg ook dat er geen gaten in het riool zitten. Laat gaten of lekken repareren.

  • Bewaar voedsel en dierenvoer in goed afgesloten bakken, ook in de schuur of garage.
  • Sluit dierenhokken (bijvoorbeeld van kippen of konijnen) af voor ratten met fijn gaas. Zorg dat ratten niet bij het eten van de dieren kunnen.
  • Bewaar afval in goed afsluitbare bakken totdat de vuilnisdienst het ophaalt. Zet vuilniszakken nooit naast de container, doe ze er altijd direct ín.
  • Ruim fruit dat van de bomen valt op.
  • Wil je in de winter de vogels voeren? Voer ze in de ochtend en geef ze niet te veel, zodat ze het per keer op kunnen eten. Leg geen voer op de grond.

  • Zorg voor een opgeruimde en schone omgeving in en rond je huis. Laat rommel niet lang liggen. Dat biedt materiaal en beschutting om een nest te maken.
  • Snoei struiken die tegen gevels aanstaan, vooral aan de onderkant.

Ratten op straat of in een park

Heb je (meerdere) ratten gezien in de openbare ruimte, bijvoorbeeld op straat of in een park? Dan kun je dat melden bij je gemeente. De gemeente bekijkt dan welke maatregelen er nodig zijn om de rattenoverlast tegen te gaan.

Vooral in de stad geven, naast ratten, ook duiven veel overlast. Een duif produceert per jaar 14 kilo poep en dat is meestal wat voor de meeste overlast zorgt.

Ziekte van Weil

Ratten kunnen dragers zijn van ziektes. Voor mensen in Nederland is vooral de ziekte van Weil (leptospirose) een risico. De ziekte van Weil kun je krijgen als je:

  • contact hebt met levende of dode ratten
  • contact hebt met de urine van ratten
  • contact hebt met besmet oppervlaktewater of rioolwater
  • zwemt in sloten of plassen waarin ratten leven

De bacterie kan via wondjes op de huid het lichaam binnenkomen. Heel soms gebeurt dit ook via de ogen, neus of mond.

Wat kun je doen om de ziekte van Weil te voorkomen?

De kans dat je de ziekte van Weil in Nederland krijgt, is erg klein. De laatste jaren lijkt het aantal mensen dat de ziekte van Weil krijgt wel toe te nemen. Mogelijk komt dat doordat er steeds meer ratten voorkomen in en om steden. Je kunt de volgende maatregelen nemen om de kans op de ziekte van Weil te verkleinen:

  • Zorg dat je niet in contact komt met ratten en rattenurine. Draag handschoenen en een mondkapje als je ratten uit een val haalt. Draag ook handschoenen als je uitwerpselen van ratten opruimt. Was daarna altijd goed je handen met water en zeep.
  • Zwem alleen in zwembaden en veilige zwemplassen. Lees meer over veilig zwemwater.
  • Laat geen voedsel of afval achter bij zwemplassen. Strooi ook geen brood buiten voor eendjes of andere dieren. Ratten kunnen hier op af komen.

Wat moet je doen als je klachten hebt?

Meestal duurt het een week tot twaalf dagen na de besmetting voordat je klachten krijgt. Het begint vaak met:

  • hoge koorts en koude rillingen
  • misselijkheid, buikpijn, overgeven
  • spierpijn en gewrichtspijn
  • ernstige hoofdpijn

Later kunnen geelzucht, bloedingen, rode vlekken en problemen met de nieren optreden. Er is een behandeling voor leptospirose. Als je geen goede behandeling krijgt, kun je aan de ziekte van Weil overlijden.Denk je dat je misschien leptospirose hebt? Neem dan contact op met je huisarts.

Veelgestelde vragen over ratten

Ratten zijn schuwe dieren en ze zijn meestal ’s nachts actief. Soms kun je ze ook overdag zien. Ze houden van vochtige plekjes. Riolen vormen dan ook de perfecte omgeving. Vanuit dit ondergrondse netwerk trekken ze eropuit. Op zoek naar eten: in huizen en restaurants, op stortplaatsen, maar ook in schuren, velden en langs sloten. Ze zijn alleseters, die kunnen leven van etensresten en afval.

Aan de uitwerpselen kun je zien of je last hebt van muizen of van ratten. Vind je spitse losse keutels van kleiner dan een halve centimeter? Dan heb je last van muizen. Rattenkeutels zitten vaak in hoopjes aan elkaar geplakt en zijn groter, tot 2 centimeter lang. Op plekken waar ze veel lopen, laten ze een vettige laag achter die buiksmeer wordt genoemd.

Twijfel je of het om ratten of om muizen gaat? Neem dan contact op met het KAD. Het KAD kan je helpen om te bepalen om welk dier het gaat en geeft ook bestrijdingstips. Dat is belangrijk, want sommige dieren zijn lastig te bestrijden. Bijvoorbeeld de zwarte rat. Je hebt dan echt deskundig advies nodig. Aan advies van het KAD zijn kosten verbonden, maar voor inwoners van deze gemeenten is het gratis.

De bruine en de zwarte rat zijn de belangrijkste rattensoorten in Nederland. De bruine rat komt verreweg het meeste voor. De bruine rat wordt ook wel de rioolrat genoemd. De zwarte rat is een stuk minder algemeen en komt vooral voor in havengebieden. In delen van Noord-Brabant en Limburg komt de zwarte rat soms voor op agrarische bedrijven en we zien hem ook steeds vaker in steden.

Ratten planten zich razendsnel voort. Bruine ratten kunnen wel 15 nesten per jaar werpen. Uit elk nest kunnen 7-10 jongen komen. Deze jongen zich kunnen binnen 12 weken zelf gaan voortplanten.

Als je voor het eerst een rat in de tuin ziet, dan is dit niet direct reden tot paniek. Dat kan een toevallige voorbijganger zijn, op zoek naar eten. Zie je de rat vaker en gaat hij zich steeds minder schuw gedragen? Dan is er goede kans dat de rat je tuin heeft gekozen als nieuw thuis. Het is dan zaak om snel actie te ondernemen. Ratten kunnen zich heel snel voortplanten.

Iedereen die in contact komt met ratten, rattenurine en besmet water, kan de ziekte krijgen. Mensen die werken met rioolwater, grondwater of oppervlaktewater hebben een grotere kans. Overigens lopen Nederlanders de ziekte het vaakst tijdens een vakantie in het buitenland op.
Iemand die de ziekte van Weil heeft gehad, kan de ziekte opnieuw krijgen.

Ook interessant

Muizen in huis? Zo maak je je huis zo muisonvriendelijk mogelijk.
Informatie over muizen
Contact met sap van de reuzenberenklauw veroorzaakt brandblaren op je huid.
Informatie over reuzenberenklauw